null

Back-to-back contracteren: tips & tricks van de Raad van Arbitrage

Als een hoofdaannemer de voorwaarden in zijn contract met zijn opdrachtgever wil doorleggen aan de onderaannemers, moet hij back-to-back contracteren. Diverse uitspraken van de Raad van Arbitrage voor de Bouw (hierna: RvA) laten echter zien dat dit vaak fout gaat. Hieronder leest u hoe het wél moet.

Waarom back-to-back contracteren?

Back-to-back contracteren is nodig als de hoofdaannemer niet klem wil komen te zitten tussen zijn opdrachtgever en onderaannemer(s). Denk bijvoorbeeld aan strengere kwaliteitseisen aan het gebouwde, een hogere boete bij te late oplevering en langere garantietermijnen die de aannemer niet van de onderaannemer kan eisen, omdat daarmee andere voorwaarden zijn overeengekomen.

Hoe moet het volgens de RvA niet?

Volgens de RvA (zie nr. 36.154) is het in ieder geval niet voldoende als in het contract met de onderaannemer niet meer is opgenomen dan:

“De hoofdaannemer en de onderaannemer hebben jegens elkaar exact dezelfde rechten en verplichtingen als de opdrachtgever en de hoofdaannemer jegens elkaar hebben. Indien en voor zover het betreft het door de onderaannemer uit te voeren werk en voor zover blijkt uit de documenten die in het bezit zijn van de onderaannemer.”

Relevant hierbij waren volgens de RvA:

  • De omvang van de werkzaamheden in onderaanneming was hier veel kleiner; in dit geval alleen het technisch werk. Daarnaast kwam de onderaannemer pas aan het einde van het ontwerpproces in beeld en had hij dus een wezenlijk andere positie tegenover de opdrachtgever dan de hoofdaannemer, die al vanaf het VO betrokken was op basis van een UAV-GC contract.
  • De hoofdaannemer had niet de volledige hoofdaannemingsovereenkomst en alle daarbij behorende documenten aan de onderaannemer verstrekt, maar alleen het technische gedeelte uit het Programma van Eisen.
  • Ook verschilden meerdere bepalingen uit de onderaannemings- en hoofdaannemingsovereenkomst inhoudelijk van elkaar. Zo was met de onderaannemer een oplevering conform de UAV afgesproken, maar met de opdrachtgever een turnkey oplevering.
  • Een klassieke fout (die in deze zaak ook werd gemaakt) was dat de hoofdaannemingsovereenkomst een geïntegreerd contract was (UAV-GC) en de onderaannemingsovereenkomst een traditioneel contract (UAV). Zo (UAV) gedroegen de hoofd- en onderaannemer zich ook.

 

Tips & tricks van de RvA

In de uitspraak legt de RvA ook uit hoe het dan wel moet met de volgende vuistregels:

  • Zorg ervoor dat in het contract uitdrukkelijk en specifiek staat welke bepalingen back-to-back worden doorgelegd. Eén algemene bepaling is niet voldoende.
  • Let op dat de hoofdaannemingsovereenkomst met alle bijbehorende documenten (op tijd, dus tevoren !) worden verstrekt. De onderaannemer moet namelijk weten welke verplichtingen hij doorgelegd krijgt.
  • Zorg dat beide overeenkomsten inhoudelijk niet van elkaar verschillen op de punten die je back-to-back doorgelegd wil hebben. Specifieke aandachtspunten zijn de rangorderegeling, garanties, boeteclausules, de opleverprocedure en-data, betalingstermijnen, planning, etc.
  • Belangrijk is ook dat in beide overeenkomsten niet met verschillende voorwaarden gewerkt wordt (UAV/UAV-GC).

 

Tips en tricks Ten Holter Noordam advocaten

Hoewel de RvA het daar niet over heeft in het vonnis, geldt het ook voor de eisen en wensen van opdrachtgevers m.b.t. BIM, circulariteit, LEAN, BREEAM, ketensamenwerking, enz. Daar moet dus ook expliciet aandacht aan besteed worden in het contract met onderaannemers.

Vergeet bij BIM ook uw architect, constructeur, installatieadviseur e.d. niet. Zie hiervoor onze eerdere blog (, met tips daarin hoe door te kunnen gaan met het BIM-model bij een tussentijdse beëindiging van het contract met onderaannemer en/of adviseur.

Ten slotte (ook daar schreven wij al blogs over, zie o.a. ) zien wij steeds vaker dat opdrachtgevers afwijkingen op de UAV en UAV-GC in hun contract met aannemers zetten. Ook die moeten doorgelegd worden, anders zit de aannemer klem en de ervaring leert dat juridische ruis dan onvermijdelijk is.

Conclusie

Uit deze uitspraak van de RvA blijkt dat er niet te gemakkelijk gedacht moet worden over back-to-back contracteren: met één standaard bepaling red je het meestal niet. Er moet aandacht besteed worden aan alle specifieke eisen en wensen van de opdrachtgever om die door te kunnen leggen aan onderaannemer en adviseur. Wij kijken graag mee.

Bij vragen kunt u contact opnemen met Hugo Meijer (088-2344581 / meijer@thna.nl).