null

Schaarse vergunningen; indringende toetsing van beleid

In meerdere blogs is gewezen op de diversiteit aan onderwerpen waarbij het thema 'verdelen van schaarse vergunningen' aan de orde kan zijn. Een recent gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Noord-Holland ziet op het verlenen van exploitatievergunningen voor een seksbedrijf. De uitspraak leert dat indringend wordt getoetst of de beleidsregel die kaders stelt over de wijze van verdelen voldoet aan de eisen die het recht inmiddels stelt. Nu veel overheden doende zijn het eigen beleid op te tuigen of te bezien, een interessante uitspraak om te belichten.

De eisen uit de rechtspraak

Kort en goed stelt het recht nu als voorwaarde dat een schaarse vergunning niet zonder een transparante procedure kan worden toebedeeld. In die procedure moeten potentiële gegadigden gelijke kansen krijgen om mee te dingen naar de vergunning. Dit betekent dat een gemeente “op een naar buiten toe kenbare wijze” bekend moet maken dat een schaarse vergunning beschikbaar is en binnen welke periode aanvragen voor die vergunning kunnen worden ingediend. Ook moet de verdelingsprocedure bekend worden gemaakt en moet duidelijk zijn welke eisen aan de aanvragen zullen worden gesteld.

De toetsing in deze uitspraak

De APV van de gemeente Alkmaar geeft een grondslag voor het beperken van het aantal vergunningen voor het kunnen exploiteren van een seksbedrijf. De nadere regels vullen dit verder in door het maximum te stellen op 69. Daarmee is de schaarste ontstaan, te meer nu een aanvraag voorligt dit leidt tot een overschrijding van het hier gestelde aantal vergunningen. Vervolgens is er een beleidsregel die regels stelt over de verdelingssystematiek.

De rechtbank laat zien dat dit beleid indringend wordt getoetst aan de hiervoor genoemde eisen. De beleidsregel in dit geval doorstaat die toets niet. Zo is de beleidsregel te laat bekend gemaakt, op een moment dat alle aanvragen al waren ingediend. Geen van de aanvragers wist dan ook vooraf welke procedure gold en welk aanvraagtijdvak aan de orde was. Juist bij de verdeelprocedure "wie het eerst komt wie het eerst maalt", waar hier voor was gekozen, wringt dit uiteraard.

Daarnaast is de beleidsregel volgens de rechtbank niet duidelijk genoeg. De inhoud is voor meerdere uitleg vatbaar en dat kan dus niet.

Tot slot concludeert de rechtbank dat met de uitleg van de gemeente, de verdeelregels niet gelijkelijk worden toegepast op alle aanvragen. Strikt genomen leidt de gehanteerde uitleg ertoe dat vergunningen voor onbepaalde tijd worden verleend. Ook dat is in beginsel uitgesloten volgens het geldende recht.

Gelijk hebben maar er niets mee opschieten

Schiet de exploitant er iets mee op? Nu nee, alle vergunningen zijn onaantastbaar geworden en - ongeacht het feit dat het beleid niet voldoet - kan het wijzigen van de beleidsregel en het vervolgens weer beslissen op de aanvraag niet leiden tot het alsnog verlenen van een vergunning. De rechtbank oordeelt dit ook door zelf aldus 'te besluiten' (zie onder 8.2).