null

Schaarse vergunningen; “transparantie, tenzij…” en niet voor onbepaalde tijd…

In een eerdere blog werd de belangrijke uitspraak van de Raad van State over schaarse vergunningen besproken. Vervolgens werd al verkend dat de lessen van die uitspraak ook relevant zijn voor de verdeling van andere schaarse rechten zoals subsidies. Duidelijk werd dat de verdeelprocedure een transparante procedure vereist. In die procedure moeten potentiële gegadigden gelijke kansen krijgen om mee te dingen naar de vergunning. Dit betekent dat een gemeente “op een naar buiten toe kenbare wijze” bekend moet maken dat een schaarse vergunning beschikbaar is en binnen welke periode aanvragen voor die vergunning kunnen worden ingediend. Ook moet de verdelingsprocedure bekend worden gemaakt en moet duidelijk zijn welke eisen aan de aanvragen zullen worden gesteld.

De eerste blog kondigde al aan dat de uitspraak van 2 november 2016 enige duidelijkheid bood, maar ook nog de nodige vragen voor de praktijk opleverde. Een recente uitspraak van 12 april jl. over de verdeling van een standplaatsvergunning laat dit goed zien.

Zonder zich dat te beseffen heeft de gemeente in dit geval kennelijk goed gevolg gegeven aan de uitspraak wat betreft het bekendmaken van en gevolg geven aan de wijze van verdelen. Bepalend lijkt te zijn dat potentieel gegadigden een gelijke kans hebben om mee te kunnen dingen. Doorslaggevend is kennelijk dat beide partijen onderworpen zijn aan een beoordeling door onafhankelijk deskundigen aan de hand van dezelfde selectieprocedure en de daarbij behorende beoordelingsaspecten.

Hoewel transparantie rondom de verdeelprocedure van groot belang wordt geacht, wordt die soep in dit geval minder heet gegeten. De gemeente kan immers uitleggen waarom men minder transparant was; de vader van een van de partijen was immers voorzitter van de markcommissie. Juist ten behoeve van de objectieve selectieprocedure was het dus vereist dat de transparantie beperkt was. Beide partijen waren daarmee en daardoor in een gelijke positie en dat geeft de doorslag.

Toch gaat het mis. Een andere belangrijke norm die ook was gesteld is dat – vanwege het materiële gelijkheidsbeginsel – vergunningen niet voor onbepaalde tijd worden verleend. Dat was hier wel gedaan en dient dus te worden aangepast. De Raad van State laat nog open of dit anders zou kunnen zijn als de schaarse vergunning geen economische activiteit zou betreffen. Dat zal in de toekomst wel worden uitgemaakt.

Meer weten? A.s. dinsdagmiddag praten we u in twee uur bij op het gebied van schaarse rechten. Aanmelden kan via: https://www.tenholternoordam.nl/evenementen/