null

Verandert de aansprakelijkheid van de bunkerleverancier na 1 januari 2020?

Op 1 januari 2020 om 00:00 uur gaan de wijzigingen ten aanzien van het zwavelgehalte in stookolie in: dan gaat de nieuwe regelgeving van Annex 6 van MARPOL en de “Zwavelrichtlijn” gebaseerd op de Europese regelgeving in. Vanaf dan mag alleen nog maar stookolie worden gebruikt met een maximum zwavelgehalte van 0,5% (tenzij een schip scrubbers heeft, in welk geval hij nog wel stookolie met maximum 3,5% mag verbruiken - en dus: kopen). Een punt van aandacht daarbij is nog dat het de vraag is of er dan voldoende stookolie met laag zwavelgehalte (LSFO) beschikbaar zal zijn, en wat de kwaliteit daarvan zal zijn: niet alleen de majors zullen LSFO aanbieden, maar ook kleinere producenten. Het is de vraag of alle LSFO die dan op de markt zal komen genoeg getest en homogeen is. Met name is er zorg over het flashpoint; als dat te laag is bestaat er eerder brand- en ontploffingsgevaar.

Verandert deze maatregel de aansprakelijkheid van de leverancier? In deze blog wordt eerst op de aansprakelijkheid in het algemeen ingegaan. Daarna zal worden bekeken of de situatie vanaf 1 januari 2020 anders zal kunnen zijn. Een en ander wordt bezien naar Nederlands recht.

Nederlandse leveranciers zullen doorgaans verkopen onder toepasselijkheid van Nederlands recht en van de NOVE condities (General Conditions of the Dutch Association of Independent Bunker Suppliers) of vergelijkbare voorwaarden. Zulke voorwaarden bevatten bepalingen die aansprakelijkheid beperken of uitsluiten. Onderstaand wordt aan de hand van de NOVE-voorwaarden bekeken in hoeverre de situatie op 1 januari 2020 wijzigt ten aanzien van aanspraken van kopers in verband met het lagere zwavelgehalte.

1. Bepalingen ten aanzien van kwaliteit

In artikel 5.1 van de NOVE-voorwaarden is bepaald dat specificaties approximate analyses zijn; in artikel 5.2 dat de gehaltes zoals beschikbaar in de laadhaven de overeengekomen gehaltes zullen zijn en in artikel 5.3 dat toleranties toegestaan zijn binnen de reproducibility en repeatability.

2. Zwavelgehaltebepaling

Artikel 8.3 van de NOVE-voorwaarden bepaalt het volgende:  Unless quality shall compulsorily be determined at the receiving vessel’s manifold (but only to the extent that this is the case), the barge samples shall be conclusive and binding evidence of the quality of the Bunkers delivered. Barge samples zijn gebruikelijk bij levering in Nederland. Ten aanzien van zwavel is echter in de Guidelines for sampling of fuel oil for determination of compliance with Annex VI of Marpol dwingend voorgeschreven dat meting van onder meer het zwavelgehalte at the receiving ship’s inlet bunker manifold van het beleverde schip dient te gebeuren. Monsters dienen dus daar te worden genomen. In de meeste gevallen gaan die monsters naar een laboratorium om te worden getest.

3. Aansprakelijkheidsbepalingen

Artikel 12 van de NOVE-voorwaarden gaat over aansprakelijkheid. Lid 1 bepaalt dat er alleen aansprakelijkheid is voor schade in geval van opzet of grove nalatigheid van de leverancier zelf. Lid 2 bepaalt dat aansprakelijkheid voor gevolgschade, immateriële schade en gemiste winst is uitgesloten, en dat de aansprakelijkheid in alle gevallen beperkt is tot de factuurwaarde van de geleverde bunkers. Artikel 9.2 van de NOVE-voorwaarden bepaalt dat kwaliteitsklachten binnen 14 dagen na levering moeten worden ingediend bij gebreke waarvan die rechten vervallen.

4. Rechtspraak

De rechtspraak in Nederland ten aanzien van aansprakelijkheid beperkende of –uitsluitende bepalingen is redelijk gunstig voor de gebruiker van die bepalingen. De drempel die wordt opgeworpen is hoog en dat wordt door de rechterlijke macht gesauveerd: aansprakelijkheid mag worden beperkt naar gelang de groep van aansprakelijke personen en de soort schade, en worden uitgesloten voor minder dan grove schuld of opzet. Alleen wanneer alle aansprakelijkheid wordt uitgesloten gaat het mis (Rb. Rotterdam, 22 november 2006, S&S 2008, 123, Sac Malaga), of natuurlijk wanneer kan worden aangetoond dat er sprake is van bewuste roekeloosheid. Het hanteren van te korte termijnen met als straf een verval van rechten kan op iets minder sympathie van de rechter rekenen: in de voornoemde uitspraak was een periode van 30 dagen in de omstandigheden van dat geval te kort.

5. Situatie na 1 januari 2020

Zal de rechter nu anders oordelen in geval van bunkers die niet voldoen aan de aangescherpte zwavelnormen en stabiliteit van de bunkers? De hoofdverplichting van een leverancier is deugdelijke bunkers te leveren. Op clausules over approximate waarden en toleranties die leiden tot een waarde boven 0,5% zal naar verwachting geen beroep gedaan kunnen worden. De grens van 0,5% is een absolute grens. Wanneer LSFO geleverd moet worden, dan moet de waarde ook maximaal 0,5% zijn. Maar dat betekent nog niet automatisch dat de leverancier aansprakelijk is voor gevolgschade wanneer die waarde wordt overschreden. Wel is te verwachten dat de rechter kritischer is dan voorheen: gelet op het onderwerp (het milieu, terugdringen van vervuilende stoffen), de aandacht die dit onderwerp heeft, de maatregelen die door de autoriteiten genomen kunnen worden wanneer het percentage te hoog is (met alle kosten van dien zoals de classificatie dat het afval is) en de risico’s die bekend zijn, zal de in acht te nemen zorg een grotere rol kunnen hebben dan voorheen. En hier zit hem het probleem: een leverancier is meestal niet de producent van het product. Het product wordt door de leverancier van een ander (ook weer niet noodzakelijkerwijs de producent) gekocht op basis van een door die verkoper of de terminal verstrekte analyse. Zelf testen door de leverancier is er doorgaans niet bij: die leverancier vertrouwt op de analyse die hem wordt voorgelegd. En wanneer de leverancier geen reden had te twijfelen aan de juistheid daarvan (in zijn algemeenheid zaken als: de verkoper staat te goeder naam en faam bekend; eerdere leveranties waren deugdelijk, de meegeleverde analyses waren van een bekend bureau enz.), wordt in de rechtspraak doorgaans geoordeeld dat hij een beroep op zijn voorwaarden mag doen. Maar het is niet uitgesloten dat de rechter vanwege de voornoemde omstandigheden de in acht te nemen zorgplicht zal verhogen: van de leverancier wordt verlangd dat hij zelf heeft laten testen, bijvoorbeeld juist ook op het punt van het zwavelgehalte. Als deze mogelijkheid realiteit wordt, dan zal het niet laten testen kunnen worden beschouwd als bewust het risico nemen dat het product niet voldoet, hetgeen er dan weer toe kan leiden dat geen beroep op voorwaarden mag worden gedaan, en aansprakelijkheid bestaat voor gevolgschade. De toekomst zal het leren…