Burgerlijk wetboek - Ten Holter Noordam advocaten

Overheidsrechter of arbitrage?

Overheidsrechter of arbitrage – dat is het onderwerp waarover Ten Holter Noordam advocaten op dinsdag 11 februari a.s. een meesterklas/ontbijtbijeenkomst houdt. Sprekers zijn Nathalie Hoogeboom, die al ruim 20 jaar arbitrages voert, Gijs Noordam die veel als arbiter optreedt, en schrijver dezes die beide kanten gezien heeft en ziet.

Onderwerpen

Tijdens de ontbijtbijeenkomst gaan wij in op de vraag wat de voordelen en nadelen van arbitrage ten opzichte van de overheidsrechter zijn. Daarbij worden met name de volgende verschillen belicht, die een voordeel of een nadeel kunnen zijn, mede afhankelijk van de vraag of je als winnaar of verliezer uit de strijd komt:

  • Expertise: in een (Nederlands) scheidsgerecht behoeven de arbiters niet allemaal jurist te zijn, maar kunnen mensen als arbiter optreden uit de branche waarin het geschil speelt, of juristen die geschoold zijn naar het recht dat op het geschil van toepassing is. Dat kan de noodzaak van deskundigenberichten voorkomen.
  • Kosten: de overheidsrechter wordt door de Staat betaald; arbiters door de partijen. De verliezer in arbitrage moet doorgaans de totale kosten van arbiters en de volledige advocaatkosten van de winnaar betalen, terwijl bij de overheidsrechter slechts griffiegeld en advocaatkosten volgens een allesbehalve kostendekkende staffel worden toegewezen.
  • Openbaarheid: zittingen van de overheidsrechter zijn (behoudens uitzonderingen) openbaar, en vonnissen van de overheidsrechter worden in het openbaar uitgesproken. Met naam en toenaam. Arbitrage is in beginsel vertrouwelijk en als vonnissen al gepubliceerd worden is dat geanonimiseerd.
  • Snelheid: De achterstanden bij de overheidsrechter zijn groot. Een procedure in eerste instantie duurt al snel twee jaar, en wanneer daar nog en beroep tegen wordt ingesteld duurt het zo vier of vijf jaar. Mocht er nog gecasseerd worden kan het in de dubbele cijfers lopen. Arbitrage gaat doorgaans vel sneller, mede vanwege (e) hierna:
  • Hoger beroep: waar bij de overheidsrechter twee herkansingen bestaan in de vorm van hoger beroep en cassatie, is hoger beroep in arbitrage alleen mogelijk wanneer dat is overeengekomen. Ook cassatie bestaat niet. Het gaat dus om één ronde. Wel bestaat nog de (geen schorsende werking hebbende) mogelijkheid van vernietiging, maar dat kan alleen in zeer uitzonderlijke gevallen.
  • Procedure/bewijsrecht: de procedure in een arbitrage is veel “vrijer” dan die voor de overheidsrechter. Ook het bewijsrecht kan veel meer door partijen zelf worden ingevuld.
  • Tenuitvoerlegging: vonnissen van de Nederlandse rechter zijn alleen uitvoerbaar in landen waarmee een verdrag bestaat; dat gaat om de landen van de EU en de EER (en nog enkele landen). Bij arbitrale vonnissen is dat een veelvoud; via het Verdrag van New York van 1958 gaat het om een kleine 200 landen.

Arbitrage speelt alleen wanneer dat is overeengekomen: voordat een geschil speelt of nadat er een geschil is ontstaan. Arbitrale bedingen zitten overigens in veel algemene voorwaarden en standaardcontracten. Tijdens de bijeenkomst zal dieper op een en ander worden ingegaan. U kunt zich nog aanmelden, klik hier.