null

Drie handtekeningen van een bestuurder, schade: ruim twee ton!

De Rechtbank Midden-Nederland moest recent oordelen over de vraag of een bestuurder aansprakelijk is voor schade uit drie deposito-contracten. Opvallend is dat dat de bestuurder niet bij de voorbereiding van de contracten betrokken was. Toch zette hij zijn handtekening onder de contracten. De rechtbank meent dat deze bestuurder aansprakelijk is voor schade die de wederpartij geleden heeft. Kortom, de drie handtekeningen kosten de bestuurder persoonlijk ruim € 217.812,80.

Wat was er aan de hand?

Op 19 september 2010 sloten eiser en echtgenote (particulieren) een deposito-contract met het assurantiebedrijf waarvan gedaagde bestuurder [A] was. Zo’n contract houdt in dat je geld voor langere tijd vastzet, en daarvoor een bedrag (periodiek) met rente terugkrijgt. In dit geval leenden de particulieren geld aan het assurantiekantoor. Conform het contract stortten de particulieren vervolgens € 200.000,00 naar het assurantiebedrijf. Bestuurder [A] was niet betrokken bij de gesprekken die tot het deposito-contract leidde. De gesprekken zijn gevoerd door medebestuurder [B]. Toen uiteindelijk een contract voorlag, hebben beide bestuurders, [A] en [B], namens het assurantiebedrijf getekend. Ook twee latere contracten met de particulieren werden door beide bestuurders ondertekend. Bestuurder [A] was wederom niet bij de onderhandelingen betrokken. Op 1 januari 2012, bijna twee jaar na ondertekening van het eerste contract, stopt het assurantiekantoor met de bedrijfsactiviteiten. De dan bestaande assurantieportefeuille wordt aan een branchegenoot verkocht. Later wordt duidelijk dat het assurantiebedrijf met de opbrengst niet al haar schulden kan voldoen, op 19 augustus 2014 wordt het assurantiebedrijf failliet verklaard. Omdat de particulieren op het moment van faillissement nog niet terugbetaald zijn, stelt een van beiden de bestuurders aansprakelijk. Bestuurder [A] die slechts zijn handtekening gezet heeft, voert daartegen verweer.

Bestuurdersaansprakelijkheid, hoe zat het ook alweer?

In principe staat je wederpartij in voor het correct uitvoeren van een contract. Als je wederpartij een vennootschap is, bijvoorbeeld een BV of een NV, dan is slechts die rechtspersoon aansprakelijk voor schade die voortkomt uit het contract. Alleen in bijzondere gevallen kan naast de rechtspersoon ook een bestuurder aansprakelijk zijn voor schade. De wet en rechterlijke uitspraken bepalen dat voor bestuurdersaansprakelijkheid sprake moet zijn van “persoonlijk ernstig verwijtbaar”handelen of nalaten. Of daarvan sprake is, is afhankelijk van de aard en ernst van de gedraging en alle omstandigheden van het geval. ‘Ernstig verwijtbaar’ handelen wordt aangenomen indien een bestuurder bij het aangaan van een contract weet of behoort te begrijpen dat zijn wederpartij als gevolg van zijn handelen schade zal lijden. Dit wordt ook wel de Beklamel-norm genoemd.

Wat vindt de Rechtbank in dit geval?

De rechtbank vindt niet dat de twee bestuurders bij het sluiten van de deposito-contracten behoorden te weten dat de vennootschap de contracten niet zou nakomen. De contracten zijn immers gesloten in september 2010 en 2011. Uit niets blijkt dat de bestuurders toen al moesten voorzien dat de vennootschap in 2014 failliet zou gaan. Volgens de Rechtbank is de voornoemde Beklamel-norm dus niet geschonden. Maar, de Rechtbank kijkt ook naar de andere omstandigheden van het geval. De particulier leefde in de veronderstelling dat zijn geld bij een bank zou worden ondergebracht. Dat is alleen niet gebeurd, het geld is altijd bij het assurantiekantoor gebleven. Nu de particulier dit niet wist toen hij de contracten sloot, vindt de rechtbank dat hij onvoldoende geïnformeerd is door het assurantiebedrijf. Bovendien hadden de bestuurders de particulier ook moeten adviseren over de financiële consequenties van de deposito-overeenkomsten, en de gevolgen van de overname van de assurantieportefeuille. De Rechtbank vindt daarom dat de bestuurders hun informatieverplichtingen geschonden hebben.

En bestuurder [A]?

De meest interessante vraag is of bestuurder [A] naast de vennootschap voor de gehele schade aansprakelijk is. Bestuurder [A] vindt van niet, hij heeft zich namelijk niet inhoudelijk met de zaak bemoeid.De rechtbank vindt dit geen goed verweer, bestuurder [A] had een eigen verantwoordelijkheid. De rechtbank vindt van belang dat:

  • Het assurantiebedrijf bij het aangaan van de eerste overeenkomst in een financieel moeilijke situatie verkeerde;
  • Bestuurder [A] geld van zijn familie leende om het bedrijf boven water te houden;
  • Bestuurder [A] wist dat de particulieren de grootste financier van het bedrijf zouden worden;
  • De overeenkomsten meer lijken op een lening dan op een deposito.
  • De rechtbank beslist daarom dat bestuurder [A] kritische vragen had moeten stellen:

Door niets te doen en zonder meer de overeenkomst te tekenen en het geld in ontvangst te nemen, heeft bestuurder [A] zijn zorgplicht jegens eiser geschonden.

De rechtbank vindt daarom dat bestuurder [A] aansprakelijk is voor alle schade (€ 217.812,80 en rente).

Conclusie

Een handtekening zetten onder een contract is niet altijd zonder risico’s. Van een bestuurder wordt verwacht dat hij onderzoek doet naar de achtergrond en voorwaarden van een contract. Let daarom goed op bij contracten die door anderen voorbereid zijn. Wanneer er schade is, kom je namelijk niet altijd weg met de bewering dat een ander het contract voorbereid heeft.